Verdeling

Gemeenschappelijk of eigen bezit

Door de voltrekking van het huwelijk (waaronder hierna tevens te begrijpen het ’geregistreerd partnerschap’) zonder dat daarbij huwelijkse voorwaarden worden gemaakt ontstaat een algehele gemeenschap van goederen. Ook alle schulden zijn in beginsel gemeenschappelijk. Dat betekent dat iedere schuldeiser van de echtgenoten zich kan verhalen op de gehele gemeenschap. Na echtscheiding wordt men ook voor de helft aansprakelijk voor de gemeenschapsschulden die de ander heeft gemaakt. Schenkingen en erfrechtelijke verkrijgingen zullen vaak niet tot de gemeenschap behoren omdat de erflater of schenker kan bepalen dat wat wordt verkregen niet in een huwelijksgemeenschap mag vallen. Dat betekent in de praktijk dat bij het beëindigen van de relatie nauwgezet moet worden vastgesteld aan wie de goederen toebehoren; aan de gemeenschap of aan één van de partners of aan alle drie (huwelijksgemeenschap en beide partners ieder voor hun deel).
Bij echtscheiding van een huwelijk bij een algehele gemeenschap van goederen wordt het gemeenschappelijk vermogen gedeeld. ’Redelijkheid en billijkheid’ spelen dan een grote rol. Deze kunnen er toe leiden dat bijvoorbeeld een huis of een onderneming (aandelen) worden toegedeeld aan één van beiden en dat de ander genoegen moet nemen met geld.
De wettelijke gemeenschap van goederen is in beginsel wel algeheel, maar er gelden de volgende uitzonderingen:

• goederen die geschonken of vermaakt zijn met een uitsluitingsclausule;
• het verzorgingsvruchtgebruik zoals bedoeld in afdeling 2 van titel 3 van Boek 4 BW;
• verknochte goederen / schulden;
• rechten op ouderdoms- en nabestaandenpensioen.

Of een goed verknocht is aan een persoon en tot welke categorie het goed behoort, waardoor mogelijk sprake is van een goed dat wel in de gemeenschap valt of dat er sprake is van een goed waarvoor een vergoeding aan de gemeenschap geldt, is het vakgebied van deskundigen.
Huwelijkse voorwaarden kunnen gezien worden als een overeenkomst tussen de partners waarbij juridisch bepaald is op welke wijze het bezit van een ieder dient te worden bepaald. Veelal bevatten huwelijkse voorwaarden ook bepalingen die toezien op het beëindigen van een huwelijk. Daarbij kan dan weer onderscheid gemaakt worden tussen het beëindigen van een huwelijk door overlijden van een partner of beëindiging van een huwelijk door echtscheiding.
Speciale aandacht dient besteed te worden aan de verrekenbedingen in huwelijkse voorwaarden. De bepaling welke goederen aan wie behoren in juridische zin en wie er recht heeft op verdeling of verrekening in economische zin is een vakgebied van deskundigen.