Vanaf 1 mei 1995 wordt bij een echtscheiding of een scheiding van tafel en bed het ouderdomspensioen verdeeld, dat tijdens het huwelijk door beide ex-partners is opgebouwd. Ook bij beëindiging van het geregistreerd partnerschap geldt dat het ouderdomspensioen wordt verdeeld dat tijdens het geregistreerd partnerschap is opgebouwd. Dit staat in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding, die op 1 mei 1995 in werking is getreden.
Deze verdeling van het ouderdomspensioen staat los van de alimentatieverplichtingen. Alimentatie heeft te maken met de behoefte van de ene en de draagkracht van de andere ex-partner. Pensioenverdeling is er, omdat het pensioen dat tijdens het huwelijk of het geregistreerd partnerschap is opgebouwd, het resultaat is van de inspanning van beide ex-partners en het pensioen is bedoeld voor beide ex-partners.
De rechter hoeft over die verdeling van het ouderdomspensioen dan ook geen beslissing te nemen. De ex-partners bepalen zelf op welke manier het huwelijks- of partnerschaps ouderdomspensioen wordt verdeeld. Als de ex-partners niets over de verdeling afspreken, krijgt ieder (tezijnertijd) de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk of het geregistreerd partnerschap is opgebouwd, uitbetaald door de pensioenuitvoerder. Dit is de standaardverdeling. Ex-partners kunnen echter ook een andere verdeling afspreken.
Om rechtstreeks te kunnen uitbetalen aan beide ex-partners moet de pensioenuitvoerder van uw scheiding op de hoogte zijn. U stelt de pensioenuitvoerder op de hoogte door binnen twee jaar na de scheiding het formulier ’Mededeling van scheiding in verband met de verdeling van ouderdomspensioen’ naar de pensioenuitvoerder op te sturen. In het formulier moet worden aangegeven op welke manier de ex-partners het huwelijks- of partnerschapsouderdomspensioen willen verdelen. Als ex-partners voor een andere verdeling dan de standaardverdeling kiezen, moet die andere afspraak zijn vastgelegd in een echtscheidingsconvenant en moet het formulier door beide ex-partners worden ondertekend.
Nabestaandenpensioen en bijzonder nabestaandenpensioen
In de meeste pensioenregelingen is er naast een aanspraak op ouderdomspensioen ook een aanspraak op nabestaandenpensioen voor de partner die het ouderdomspensioen niet zelf opbouwt of heeft opgebouwd.
Het nabestaandenpensioen is een uitkering die de ene partner kan krijgen, als de ander (die het ouderdomspensioen heeft opgebouwd) overlijdt. Het bijzonder nabestaandenpensioen is de uitkering die de ene ex-partner kan krijgen als de ander (die het ouderdomspensioen vóór de echtscheiding heeft opgebouwd) overlijdt.
Als de ex-partner die alimentatie betaalt overlijdt, stopt de alimentatie. Ook de aanspraak van de andere ex-partner op het deel van het ouderdomspensioen dat de overledene heeft opgebouwd, vervalt. Hiervoor kan dan het bijzonder nabestaandenpensioen in de plaats komen. Bij echtscheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap wordt de opbouw van het huwelijks- of partnerschapsouderdomspensioen beëindigd en het volledig nabestaandenpensioen teruggebracht tot het bijzonder nabestaandenpensioen. Bij scheiding van tafel en bed wordt alleen de opbouw van het huwelijksouderdomspensioen beëindigd. Pas bij de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, wordt het nabestaandenpensioen teruggebracht tot het bijzonder nabestaandenpensioen.
Of er voor uw ex-partner of u recht is op bijzonder nabestaandenpensioen kunt u navragen bij de instantie die de pensioenregeling uitvoert of de werkgever van de ex-partner die het ouderdomspensioen opbouwt of heeft opgebouwd.